Oktober 2018

Vanaf de start was Marion Matthijssen coördinator van het deelonderzoek in Rotterdam. Met veel energie en betrokkenheid heeft zij het project in goede banen geleid. Helaas moet zij die functie nu om gezondheidsredenen neerleggen. Dat betreuren we zeer. Wij willen haar bedanken voor haar inzet en de goede bijdrage aan het project en wensen haar een goed herstel en alle goeds.

Gelukkig wilde Marion bij haar afscheid enkele vragen beantwoorden.

Je was betrokken bij de voorstudie voor dit project, wat hebben jullie toen onderzocht in Rotterdam?

We hebben toen een verkennend onderzoek gedaan naar de inrichting van de zorgstructuur voor jongeren (van 12 tot 23 jaar) in Rotterdam, Haarlem en Amsterdam. Het doel van het onderzoek was om de infrastructuur van zorg voor jongeren in drie steden in beeld te brengen en inzicht te verkrijgen in de knelpunten en opgaven die zich daarin voordoen. In het verlengde ervan beoogden we onder andere om mee te denken over de verbetering van de zorg voor jongeren. We hebben in het onderzoek met name ook gekeken welke rol wijkteams in deze zorgstructuur vervullen. Daartoe zijn we in gesprek gegaan met beleidsmensen, coördinatoren vanuit de gemeenten en professionals vanuit sociale wijkteams. Daarnaast is er een literatuurstudie gedaan. In het onderzoek is een vergelijking gemaakt tussen de drie steden.

In welke opzichten bouwt het huidige project daarop voort?

In de voorstudie is zoals gezegd vooral ingezoomd op de zorgstructuur voor jongeren en de knelpunten en opgaven die zich daarin voordoen. Daartoe is toen uitsluitend gesproken met professionals vanuit gemeenten en wijkteams. In het huidige onderzoek komen (vooral ook) de jongeren aan bod. Het doel van dit onderzoek is namelijk om bij te dragen aan de verbetering van die vormen van professionele ondersteuning van kwetsbare jongeren (16-20 jaar) die de veerkracht van jongeren en hun leefwereld versterken en bijdragen aan hun maatschappelijke participatie. De hoofdvraag daarbij is hoe de professionele ondersteuning kan aansluiten bij de leefwereld van kwetsbare jongeren in de overgang naar volwassenheid en kan bijdragen in hun veerkracht en maatschappelijke participatie. Daartoe is het relevant om juist met die doelgroep jongeren te gaan praten.

Hoe heb je je werk als coördinator van het project in Rotterdam ervaren?

In het eerste onderzoeksproject was het allemaal wat eenvoudiger. We werkten per stad met een of twee onderzoekers en we werkten samen met de drie lectoren. Daardoor bleef het project overzichtelijk. Het huidige onderzoek is een stuk complexer. Sowieso is de enorme uitdaging in dit project om veel jongeren te bereiken die mee willen doen aan het onderzoek. Dat vereist zoeken naar veel werkveldpartners die bereid zijn om jongeren te benaderen voor het onderzoek. Daarnaast wordt er samengewerkt met verschillende afdelingen van de gemeente Rotterdam, met de andere steden en het Verwey-Jonker Instituut. Want het onderzoek vindt wederom in de drie steden plaats. De onderzoeksgroep is ditmaal ook veel groter en bestaat uit onderzoekers van Hogeschool Rotterdam en Hogeschool Inholland. Waar ik in het eerste project veel meer bezig was met onderzoeken, was ik nu meer aan het coördineren. Ik heb dat ervaren als een uitdagende klus, waar veel bij komt kijken.

Wat waren belangrijke knelpunten die je tegenkwam?

Zoals ik hierboven al aangeef, hebben we binnen het project te maken met enorm veel partijen. En het is de uitdaging om niemand te vergeten in het geheel. Het veld van jeugdzorg zit best gecompliceerd in elkaar en er zijn ongelofelijk veel professionals die zich met de jeugd van 16-20 jaar bezighouden. Een van de knelpunten is dat het daardoor lastig is om alle partijen in beeld te krijgen.

Een ander knelpunt is het vinden van jongeren. Zeker jongeren die zich meerdere jaren willen verbinden aan het onderzoek. Het blijkt lastig om de groep respondenten bij elkaar te krijgen. Daar gaat ongelofelijk veel tijd in zitten.

Een aankomend knelpunt kan verder zijn de wijze waarop de data worden verzameld. Er participeren veel onderzoekers in het project, dus het blijft de uitdaging om op redelijk uniforme wijze data te verzamelen. Een en ander is zeer afhankelijk van de interviewtechnieken.

En waar ben je tevreden over?

Het is een groot en omvangrijk project waarbij veel onderzoekers, werkveldpartners en jongeren betrokken zijn. Tot nu toe ligt er een mooie gesprekshandleiding en vragenlijst aan de hand waarvan jongeren bevraagd gaan worden. De interviews die ik zelf heb afgenomen vonden de jongeren leuk om te doen. En er komt veel informatie uit deze gesprekken. Verder is het erg leuk om te merken dat zoveel partners om het onderzoek heen enthousiast zijn over het project en eraan willen meewerken.